Utrecht is een zelfverklaarde kinderrechtenstad. En onderwijs is zo’n kinderrecht. Elk kind moet naar de basisschool kunnen in de eigen woonwijk. Stadsbelang Utrecht onderschrijft dat recht natuurlijk. Ook voor kinderen die om wat voor reden ook extra ondersteuning nodig hebben.
Maar hoe logisch het ook is en ondanks de wet passend onderwijs, is dit kinderrecht helemaal niet zo vanzelfsprekend in Utrecht. Dat is jammer want kinderen – met en zonder beperking – die elkaar ontmoeten op een peuterspeelzaal of school in hun eigen buurt, kunnen daar vrienden maken. Zo ontstaan voor kinderen en ouders buurtcontacten, wat een voorwaarde is voor een natuurlijke sociale-, speel- en leeromgeving. Dat geldt ook voor het voortgezet onderwijs.
De praktijk is dat veel kinderen, die om allerlei redenen niet mee kunnen komen of beperkingen kennen, worden verbannen naar andere (gespecialiseerde) scholen. Meestal zijn deze scholen ver weg van de vertrouwde omgeving. Schoolbesturen gaan daarmee hun verantwoordelijkheid uit de weg er ook te zijn voor kwetsbare kinderen. Die hebben het al moeilijk en dan is het goed als ze worden opgevangen in hun eigen school. Dat is goed voor hun schoolcarrière. Meedoen op school, in de wijk, leidt tot meedoen op volwassen leeftijd en uitzicht op werk. Niet meedoen leidt vaak tot sociale uitsluiting en financiële armoede. Uitsluiting van de vertrouwde school is niet het enige probleem. In de praktijk blijkt dat veel probleemgezinnen niet worden bereikt of de weg weten te vinden naar de hulpverlening. Die gezinnen en hun kinderen hebben nog meer kans tussen schip en wal te vallen.
Dit jaar tekende (eindelijk na 10 jaar!) Nederland het VN-verdrag voor de rechten van mensen met een handicap. Het verdrag stelt dat onderwijs ‘inclusief’ moet zijn. Dat wil zeggen dat kinderen met en zonder beperkende factoren samen naar dezelfde school kunnen en daar, in een veilige en gezonde omgeving, onderwijs krijgen dat aansluit bij hun individuele mogelijkheden.
Stadsbelang Utrecht vindt dat scholen in staat moeten worden gesteld er voor iedereen te zijn. Ze hebben het recht al hun organisatie zo in te richten dat er plek is voor ieder kind, ook die beperkingen of problemen kennen. De gemeente moet daarop toezien en zo nodig ingrijpen als het niet gebeurt. Met zo’n beleid wordt voorkomen dat kinderen thuiszitters worden of door taxibusjes moeten worden opgehaald om de leerling naar een speciale school, ergens ver weg, te brengen.
Stadsbelang Utrecht vecht voor een gelijkwaardige toegang tot onderwijs in de eigen woonbuurt. Dat deden we de afgelopen jaren en blijven we ook na de verkiezingen gewoon doen.